Uitleg genetische diversiteit en inteelt
De genetische diversiteit gaat over hoeveel het DNA van alle Drenten op elkaar lijkt
Dus het zegt iets over hoeveel verschillende genen er in het ras voorkomen. In een klein ras zijn alle honden een beetje familie van elkaar. Dat is logisch want hun genen komen allemaal van dezelfde voorouders. Er zijn dus weinig verschillende genen. We zeggen dan dat de genetische diversiteit laag is.
In een groep honden die totaal geen familie van elkaar is, zijn veel verschillende genen. Ze lijken minder op elkaar en hun DNA is allemaal verschillend. De genetische diversiteit in zo’n groep is hoog.
De genetische diversiteit van een ras zegt dus iets over hoeveel verschillende genen in het ras aanwezig zijn. En dat zegt iets over in hoeverre alle honden in dat ras familie van elkaar zijn. Als alle honden familie van elkaar zijn, is inteelt onvermijdelijk.
Een hoge genetische diversiteit is belangrijk voor de gezondheid van het ras
Is de genetische diversiteit laag? Dan is de kans groot dat je honden met elkaar kruist die familie van elkaar zijn. Daardoor ontstaat inteelt. Bij inteelt is de kans groter dat een hond een erfelijke ziekte krijgt. En bij veel inteelt verzwakt het ras. Honden gaan eerder dood of worden bijvoorbeeld minder vruchtbaar.
Met een hoge genetische diversiteit kun je inteelt voorkomen. En minder inteelt zorgt voor een gezonder ras.
Drie basisregels om de genetische diversiteit zo hoog mogelijk te houden
We willen dat de genetische diversiteit niet nog verder daalt. Daarmee kunnen we voorkomen dat de inteelt nog verder stijgt. Om dat te bereiken zijn er drie basisregels:
- Fok zoveel mogelijk nesten met zoveel mogelijk verschillende honden
Bijvoorbeeld: liever één nest met elke reu dan meerdere nesten met één reu. - Zet van elk ouderdier in ieder geval twee (gezonde) pups in als fokteef of dekreu
Zo geven honden hun genen weer door en verliezen we zo min mogelijk genen. - Fok vooral nesten met een lage of gemiddelde Mean Kinship.
Zo zorgen we ervoor dat zeldzame genen niet uit het ras verdwijnen.
Lees hier meer over op de pagina’s Fokadviezen en Mean Kinship.
We moeten niet te streng selecteren
Strenge selectie zorgt juist voor een hogere inteelt. Er vallen bij strenge selectie heel veel honden af. Stel je fokt alleen met de mooiste, gezondste, meest karaktervolle Drenten met de beste jachteigenschappen. Dan fok je dus maar met weinig honden. Al die andere honden geven hun genen dan niet door. Je raakt deze genen dus kwijt. Je genetische diversiteit gaat daardoor omlaag en de inteelt stijgt op de langere termijn. Je fokt dan misschien op de korte termijn geweldige Drenten. Maar later stijgt de inteelt en ontstaan weer gezondheidsrisico’s. Dus ook als je kiest voor fokcombinaties met een lage inteelt of juist hele gezonde ouderdieren.
Natuurlijk moet je niet fokken met ongezonde honden. Maar je kunt ook niet iedere hond uitsluiten waarvan familieleden aandoeningen hebben. Dat is een lastig dilemma.
We moeten ook niet minder fokken
Want ook dan gaat de inteelt omhoog. Als je minder nesten fokt, geven minder honden hun genen door aan de volgende generatie. De hele verzameling aan genen wordt dan kleiner. En de genetische diversiteit wordt kleiner. De inteelt gaat dan onvermijdelijk stijgen. Daar kan je niks aan doen.
We kunnen de genetische diversiteit verhogen door te kruisen met een ander ras
Genen die we zijn kwijtgeraakt, krijgen we niet meer terug. Met de Drenten die er nu zijn, kunnen we de genetische diversiteit nauwelijks nog verhogen. We kunnen wel nieuwe genen toevoegen aan het ras. We kunnen bijvoorbeeld Drenten met stamboom, kruisen met Drenten zonder stamboom. De kans bestaat echter dat zij toch (naaste) familie zijn van elkaar. Daar schieten we dan niet veel mee op. We kunnen ook onze rashonden kruisen met andere rassen. Dat heet outcross. Dat kan natuurlijk niet zomaar. We moeten ons daarbij houden aan veel regels. Lees hier meer over outcross
Bekijk hier het filmpje met uitleg van de Wageningen Universiteit
Heb je vragen?
We snappen dat het ingewikkeld is. Mail je vragen naar fbc@drentschepatrijshond.org. We beantwoorden je vragen graag.