Korte samenvatting van de geschiedenis van ons ras
Zoals genoemd in het historisch overzicht van onze rasstandaard:
Het ras ontstond vanaf de 16e eeuw uit de Spioenen (ook wel Spanjoelen genoemd), Staande honden die via Frankrijk uit Spanje afkomstig waren.
In Nederland werden ze Patrijshonden genoemd. In het oosten van Nederland, vooral in Drenthe, werden deze honden raszuiver bewaard en niet als elders gemengd met buitenlandse rassen. Note: Een uitleg hierover is genoemd bij stamouders en de Nimrodstam.
Op 15 mei 1943 werd het ras officieel door de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied erkend. Dit was sterk bevorderd door mevrouw M.C.S. Baronesse van Hardenbroek en de heren G.J. van Heek Jr. en P.B.V.Quartero.
Het ras is verwant aan o.a. de Heidewachtel en de Epagneul Français
Op 5 juni 1948 werd de rasvereniging opgericht, de Nederlandse Vereniging “De Drentsche Patrijshond”.
Stamouders:
Nimrod (foto links) & Alba, Nimrod, Jimmy (foto rechts)
Stamouders en de Nimrodstam
Een stam is een groep van verwante dieren binnen een ras die uiterlijk grote gelijkenis vererven of enkele identieke kenmerken bezitten.
Binnen ons ras is een dergelijke stam. Zij wordt onder verschillende namen genoemd als: ”de oude Drentsche Stam“, “oud“ omdat de oorsprong van de stam in een “ver“ verleden ligt en “Drents“ omdat de fokkers in Drenthe zijn. Anderen noemen haar de “de Schuilingstam“, genoemd naar de belangrijkste fokkers van de stam. Weer anderen noemden haar de “de Nimrodstam“ omdat de stamvader Nimrod heette.
In en rond de plaats Eext in Drenthe werden reeds vele jaren voordat het ras officieel was erkend, Drentsche Patrijshonden gefokt en in de praktijk jacht gebruikt. Eén naam is onverbrekelijk met de Drent verbonden en wel die van Schuiling. Verschillende personen met deze Drentse familienaam, soms niet eens familie van elkaar, hielden zich met de fokkerij van Drentsche Patrijshonden bezig en de naam Schuiling was een begrip als men het over Drentsche Patrijshonden had. Ons erelid Barelt Schuiling (oud fokker van de Kennel van ’t Nimrodsheem), Janny Schuiling (oud fokster van de Kennel van de Schoelings) en hun voorouders waren toen al een begrip in het Drentse. Onder de jagers was een “ Schuiling-hond “ of op zijn Drents een “Schoelinghond“ een begrip.
Elke Drentsche Patrijshond heeft in zijn voorgeslacht dan ook een “Schoelinghond“.
Eext in Drenthe wordt daarom wel de bakermat van ons ras genoemd.
Erkenning
Om erkenning van het ras de Drentsche Patrijshond te verkrijgen, werd er op 18 april 1943 een aankeuringsdag gehouden in het gebouw de Harmonie te Groningen. Ruim 40 Drenten-eigenaren met hun Drenten waren aanwezig, dit ondanks de oorlogstijd en de keuring op een zondag, een teken dat er toen die tijd al vrij veel Drentsche Patrijshonden voorhanden waren. Er werden 13 teven en 7 reuen geselecteerd, waarbij de selectie was op jachteigenschappen en type.
Op deze aankeuringsdag te Groningen bleek de hoge kwaliteit van de Schuilingstam. Zes van de zeven goedgekeurde reuen behoorden tot deze stam. Nimrod (geboren juni 1940) van de heer H. (Hendrik) Schuiling Bzn. werd 1e geplaatst. Deze Nimrod bleek bij het fokken voor vele goede eigenschappen fokzuiver te zijn en zijn goede type aan bijna aan al zijn kinderen mede te geven. Door zijn succes te Groningen en omdat hij in de omgeving als een uitstekende jachthond bekend stond, werd Nimrod voor veel dekkingen gevraagd. Nimrod gaf nakomelingen die vrij fors waren en die in verhouding wat laag op de benen stonden. Door met Nimrod en enige goede teven uit de omgeving te fokken en de nakomelingen hiervan onderling te paren, kwam de bekende Nimrodstam tot stand. De honden van deze stam en natuurlijk niet uitsluitend de honden die hier met name worden genoemd, hebben een grote invloed op ons ras gehad. Zij of hun nakomelingen werden door alle fokkers gebruikt. Hierdoor kon het “ Nimrodtype “ zich door het hele gehele ras verbreiden.
De informatie is verkregen uit het destijds uitgegeven boek De Drentsche Patrijshond; voor het eerst uitgegeven op de Clubmatch van 23 mei 1992 en geschreven onder redactie van de heer A.J. (Arie) Booij (Erelid en Historicus van onze Vereniging) en de heer A.H. (Ad) van der Snee (Erelid, Rasspecialist en gewaardeerd keurmeester van onze Vereniging).
Een uitgebreid naslagwerk en een bron van veel informatie is het door het erelid mevrouw J. (Janny) Offereins-Snoek geschreven en op persoonlijke titel uitgegeven boek met de titel De Drentsche Patrijshond in verleden en heden en met als ondertitel “Ze waren er gewoon ….”