Epilepsie bij de Hond
Wat is epilepsie?
Epilepsie is een herhaald optreden van toevallen. Epilepsie ontstaat door een kortdurende storing in de hersenen. Hierdoor krijgt de hond een toeval die kan bestaan uit spierkrampen, abnormaal gedrag en het laten lopen van de ontlasting en urine.
Epilepsie kan zich in veel vormen uiten. Er is een gegeneraliseerde vorm waarbij de prikkel over de gehele hersenen wordt verspreid. De patiënt valt om en er is sprake van bewustzijnsverlies. Er is een partiële vorm waarbij de prikkel maar over een deel van de hersenen verspreidt. Hierbij trekt een dier raar met een poot of kauwt heftig. Ook kan er een combinatie van de voorgaande vormen zijn welke dan als een partiële aanval begint en later zich verspreidt over het lichaam.
Oorzaak
De oorzaak van een epilepsie aanval kan primair, secundair of reactief zijn.
Bij een primaire epilepsie kunnen we geen oorzaak aantonen. De eerste aanvallen komen vooral voor bij honden met de leeftijd van een ½ jaar tot 6 jaar. Tussen de aanvallen door gedraagt de hond zich volkomen normaal.
Bij de secundaire epilepsie is er een oorzaak. De oorzaak ligt in de hersenen, zoals littekenweefsel door trauma, een ontsteking of een tumor.
Wanneer de oorzaak buiten de hersenen ligt spreken we van een reactieve epilepsie. De oorzaak kan een leverziekte, nierfalen, vergiftiging of een suikertekort zijn. Bij deze laatste twee vormen zal de hond zich ook abnormaal gedragen tussen de aanvallen in.
Een epileptische aanval bestaat uit drie fases.
- In de eerste fase, het aura, is het huisdier onrustig en wil aandacht. Soms wordt er gebraakt en kan klappertanden voorkomen.
- Dan de eigenlijke aanval, de ictus, waarbij de hond buiten bewustzijn is en spierkrampen heeft.
- Daarna komt de laatste, de post-ictale fase waarin de hond in de war kan zijn, soms slecht ziet en een grote eetlust of dorst kan hebben.
Wat te doen bij honden met een epilepsie aanval?
Een aanval die begonnen is kunt u niet meer stoppen, dus vooral rustig blijven. Zorg ervoor dat de hond zich vooral niet kan verwonden en praat rustig tegen het dier. Maar houd het dier vooral niet vast en kijk uit want het huisdier kan onverwachtse bewegingen maken of klapperen met de kaken. Daarbij kunt u zichzelf verwonden. Raadpleeg na een epilepsieaanval uw dierenarts. Deze zal met u doornemen of het belangrijk is om met onderzoeken te beginnen.
Neurologisch onderzoek
Wanneer de hond vaker dan 2x een aanval heeft gehad of een erg lange aanval, is het verstandig om het huisdier door de dierenarts na te laten kijken. Deze zal dan een uitgebreid lichamelijk en een neurologisch onderzoek doen. Een bloedonderzoek wordt gedaan om een reactieve epilepsie uit te sluiten. Wanneer er gedacht wordt aan secundaire epilepsie zal er een hersenscan gemaakt worden.
De behandeling
De behandeling van epilepsie gebeurt met anti-epilepsie medicijnen. Er zijn verschillende medicamenten. Soms is het nodig om het medicijngebruik te wisselen bij onvoldoende resultaat. Hoe jonger de aanvallen beginnen hoe moeilijker het is te controleren. Een deel van de huisdieren kan, ondanks therapie, toevallen blijven houden. Vaak is het nodig om de therapie levenslang te geven. De behandeling is om de toevallen te onderdrukken en geneest het huisdier niet. Wanneer alles goed gaat is het advies om regelmatig op controle te komen en een bepaling van de bloedspiegel van het medicijn te laten doen. Ook worden in het bloed de orgaanfuncties beoordeeld (bijv. de leverfunctie), vanwege de eventuele bijwerkingen van de medicijnen.
Erfelijkheid
Door onderzoek is inmiddels aangetoond dat primaire epilepsie een erfelijke grondslag heeft. De wijze van vererven is nog niet bekend: het is al lange tijd in onderzoek.
Bij de Drentsche Patrijshond is bekend dat epilepsie een niet zelden voorkomend probleem is. Sommigen zeggen dat het probleem nauwelijks speelt terwijl anderen beweren dat de Drentsche Patrijshond het ras is waar epilepsie het meest voorkomt. In de jaren tachtig van de vorige eeuw heeft de vereniging meegewerkt aan een onderzoek onder eigenaren van Drentsche Patrijshonden. Daarbij zijn een behoorlijk aantal lijders aan epilepsie geconstateerd. Jammer genoeg is met de uitslagen van deze enquêtes weinig gedaan. Bestuur en FBC hebben in “Lijnen voor de toekomst” afgesproken volledige openheid te betrachten. Dat is ook de reden waarom de uitslagen van dit onderzoek in het register worden opgenomen. Ook de nu jaarlijks gehouden gezondheidsenquêtes onder drie- en zesjarige honden leveren gegevens op. Het is van groot belang alle gevallen van epilepsie te melden aan de vereniging. U kunt gebruik maken van het formulier dat op deze website te downloaden is maar u kunt natuurlijk ook mailen naar de Fokbeleidscommissie.
Met deze gegevens kunnen fokkers een meer onderbouwde keuze maken voor hun fokcombinaties en deze gegevens zijn voor de FBC ook de basis voor het maken van fokbeleid.