Elleboogdysplasie (afgekort: ED) is een aandoening die regelmatig voorkomt bij de hond. ED is een verzamelnaam van een vijftal aandoeningen die aan een ellebooggewricht kunnen voorkomen en allen in meer of mindere mate kreupelheid geven. De aandoeningen kunnen onafhankelijk van elkaar voorkomen, maar vaak komen meerdere aandoeningen gelijktijdig in een ellebooggewricht voor.
De aandoeningen waarvoor we spreken zijn:
- OCD : Osteochondritis Dissecans
- LPC : Los Processus Coronoïdeus
- LPA : Los Processus Anconeus
- incongruentie : het niet goed aansluiten van de gewrichtsvlakken op elkaar
- arthrose : botnieuwvorming in en rond het gewricht
De eerste vier aandoeningen ontstaan meestal op een leeftijd van vier tot negen maanden, de leeftijd waarop de hond een zeer snelle groei door maakt. De aandoeningen kunnen eenzijdig of beiderzijds voorkomen. Vooral bij een beiderzijds probleem is het vaak moeilijk om de kreupelheid te ontdekken, wat opvalt is dat de hond niet graag loop en als het ware "op eieren" loopt. De hond gaat snel zitten en na een tijd gerust te hebben staat de hond moeilijk op, hij loopt erg stijf. Wat vaak wordt gezien is dat de hond minder zin heeft in lange wandelingen.
Er zijn hondenrassen waarbij de aanleg tot het krijgen van een vorm van ED groter is dan gemiddeld. Rassen met een meer dan gemiddeld voorkomen zijn: de Berner Sennenhond, de Rottweiler, de Labrador Retriever, de Newfoundlander, de Duitse Dog, de Bordeaux Dog, de Mastino Napolitano en de Golden Retriever.
Osteochondritis Dissecans (OCD)
OCD komt o.a. in het ellebooggewricht voor. Het is een losliggend stukje kraakbeen op de binnenste rolkam van de op- perarm, met daaronder bot wat ontstoken is. De aandoening kan eenzijdig of beiderzijds voorkomen en operatief ingrijpen is noodzakelijk om verdere schade aan het gewricht te beperken. Bij de operatieve ingreep wordt het losliggend stukje kraakbeen verwijderd en het ontstoken bot wordt gecuretteerd. De prognose is bij tijdig operatief ingrijpen goed. Indien te lang wordt gewacht met operatief ingrijpen is meestal forse arthrose het gevolg. Wat een progressieve kreupelheid veroorzaakt.
Los Processus Coronoïdeus (LPC)
LPC is een los stukje bot in het ellebooggewricht wat afbroken is aan de binnenzijde van de ellepijp. Dit stukje bot is in aanleg een kraakbenige punt die onder normale omstandigheden verbeent tijdens de groei. In geval van overbelasting en/of t.g.v. ongelijke groei van spaakbeen en ellepijp kan er een beschadiging optreden van het processus coronoïdeus. Dit kan betekenen dat het gehele processus coronoïdeus afbreekt, maar ook is het mogelijk dat kleinere fragmenten afbreken. De behandeling bestaat evenals bij een OCD van de elleboog uit het operatief verwijderen van het losse fragment. Toch is de prognose minder goed dan bij OCD, omdat op het moment van het stellen van de diagnose LPC er vaak al arthrose aanwezig is en dit proces wel afgeremd kan worden, maar niet helemaal stopgezet.
Los Processus Anconeus (LPA)
Bij LPA is aan de achterzijde van het ellebooggewricht het processus anconeus van de ellepijp tijdens de groei niet vastgegroeid. Het gevolg is dat dit fragment irritatie geeft aan het ellebooggewricht, waardoor arthrose in het ontstaat en het gewricht pijnlijk is. Ook bij deze aandoening geldt, dat naar de huidige inzichten, het operatief verwijderen van het los processus anconeus de juiste oplossing van dit probleem is. De prognose na behandeling is over het algemeen gunstig.
Incongruentie van het ellebooggewricht
Bij incongruentie is er sprake van een niet goede aansluiting van de gewrichtsvlakken van spaakbeen en ellepijp op elkaar of ten opzichte van het gewrichtsvlak van de opperarm. Het kan zijn dat het gewrichtsvlak van het spaakbeen boven of onder dat van de ellepijp uitsteekt of het kan zijn dat de gewrichtsvlakte die gevormd wordt door het spaakbeen en de ellepijp niet mooi aansluit (congruent is) met de gewrichtsvlakte van het er bovengelegen gedeelte van opperarm. Het gevolg van incongruentie is irritatie van het kraakbeen van de gewrichtsvlaktes en het onderliggende bot. Dit geeft uiteindelijk arthrose van het ellebooggewricht, ook kan incongruentie een los processus coronoïdeus tot gevolg hebben.
Diagnose
Om de diagnose ED te stellen zal er naast een klinisch onderzoek ook een röntgenologisch onderzoek plaats moeten vinden. Hierbij wordt aan de hand van foto's van de elleboog in meerdere positie's de uiteindelijke diagnose gesteld.
Oorzaak
Over de oorzaken van OCD, LPC, LPA en incongruentie wordt veel gediscussieerd en veel geschreven. Het is duidelijk dat erfelijke aanleg een van de oorzaken is. Daarnaast is overbelasting t.g.v. overmatige en foutieve beweging een belangrijke oorzaak evenals overge- wicht en foutieve voeding. Bij foutieve voeding wordt bedoeld voeding met een te hoog of te laag calcium percentage, 0,8 tot 1,0% is correct.
Arthrose
Arthrose in een gewricht is het gevolg van irritatie in het desbetreffende gewricht. De oorzaak van de irritatie kan velerlei zijn: een bacteriële ontsteking, auto-immuunziektes (b.v. rheuma), OCD, LPC, LPA, incongruentie, overgewicht en overbelasting. Ten gevolge van de irritatie van het gewricht gaat het gewricht meer gewrichtsvloeistof produceren, waardoor het gewricht verdikt wordt. Daarnaast zal het gewrichtskapsel gaan reageren en verdikken, er zal extra bot afgezet worden rond de gewrichtsvlaktes (botwoekeringen) en het gewrichtskraakbeen zal in kwaliteit achteruit gaan. Dit alles heeft tot gevolg dat de aangedane gewrichten pijnlijk, verdikt en stijver worden. Het dier gaat kreupel lopen, er is echter in eerste instantie voornamelijk sprake van "startpijn", dit betekent dat na een periode van liggen het opstaan wat moeizamer gaat en dat het dier na enige passen weer wat soepeler gaat lopen. Het lijkt erop of de gewrichten eerst warm moeten draaien.
Het is belangrijk de arthrose in een zo vroeg mogelijk stadium te behandelen. Het is hierbij dus noodzakelijk om de oorzaak van de arthrose op te sporen, zodat een zo goed mogelijke behandeling kan plaatsvinden. De behandeling bestaat uit het wegnemen van de oorzaak en het gewricht met medicijnen, eventueel ondersteund door fysiotherapie tot rust te brengen.